top of page

Wat is JoTi

Waarom is leren omgaan met gevoelens belangrijk?


Gevoelens heb je de hele dag. Daarom kan je gewoon niet om die gevoelens heen. Of het nu gaat om je eigen emoties dan wel om de gevoelens van anderen, je mag en kunt ze niet negeren. Probeer je dat toch, dan komt dat de geestelijke gezondheid van de betrokkene niet ten goede.

Als kinderen leren hun gevoelens te begrijpen en ermee om te gaan, kunnen zij de grote en kleine problemen van het dagelijks leven beter aan. Hoe beter een mens zijn gevoelens begrijpt en kan benoemen des te beter hij in staat is om met anderen samen te leven en te werken.


Gevoelens en het sociale spel leren kinderen meestal spelenderwijs.
Bij sommige kinderen gaat dat wat minder vanzelfsprekend. Ze hebben wel dezelfde emoties maar krijgen soms niet dezelfde begeleiding. Zo kan het gebeuren dat een kind in moeilijke situaties lichamelijke gewaarwordingen als buikpijn, transpiratie of kippenvel ervaart. Als niemand hem/haar bij deze gewaarwordingen uitleg geeft, kan hij/zij deze gevoelens omzetten in bijvoorbeeld angstig en gespannen gedrag waarop de omgeving bijvoorbeeld negatief en met onbegrip reageert. Hierdoor ontwikkelen kinderen onvoldoende inzicht in hun eigen gevoelens en die van anderen en zijn ze niet goed instaat ermee om te gaan. Dit leidt soms tot een te kort aan zelfcontrole. Het gedrag kan impulsief, egocentrisch en niet leeftijdsadequaat zijn. Het probleem gedrag kan externaliserend of internaliserend zijn. Sommige kinderen hebben hier extra begeleiding en hulp bij nodig. Een kleine veilige groep kan hun helpen.
Het ontstaan van belemmeringen in de sociaal en emotionele ontwikkeling kunnen verschillend van oorzaak zijn. Kinderen kunnen een ontwikkelingsstoornissen , zoals stemmingsstoornis, ADHD of een autistischspectrumstoornis vertonen. Daarnaast spelen ook omgevingsfactoren, zoals onvoldoende aandacht of sociale vaardigheidstekorten bij opvoeders een rol. Tekorten in sociale vaardigheden komen op verscheidende manieren naar voren.
Zoals:
• moeilijk samen kunnen spelen
• geen of wisselende vriendinnetjes of vriendjes
• kan zich slecht verweren tegen leeftijdsgenoten
• veel ruzie en vecht regelmatig
• negatief zelfbeeld
• speelt veel alleen
• neemt geen contact met leeftijdgenootjes
• geeft altijd andere kinderen de schuld
• klaagt veel over lichamelijk klachten
• lichamelijk gespannen
• vertoont angst gevoelens
Om erachter te komen welke gevoelens een kind heeft, is het nodig het kind te stimuleren zijn gevoelens te uiten. Hierbij zijn twee zaken belangrijk. Het eerste is dat rekening gehouden wordt met verschillen tussen kinderen. In sommige culturen is het helemaal niet gebruikelijk om je gevoelens te uiten en in andere culturen juist wel. Ten tweede is het belangrijk dat rekening gehouden wordt met de bron van de gevoelens. Hoe komt het dat een kind zich zo voelt? Wat is de aanleiding? Daarbij gaat het niet alleen om negatieve ervaringen, maar ook om positieve ervaringen.
Tijdens de JoTi training komen de verschillende gevoelens aan bod.

Wat is JoTi?

JoTi is een training van 10 bijeenkomsten voor de sociaal-emotionele ontwikkeling bij kinderen van 4 tot 7 jaar die hierin wat extra ondersteuning nodig hebben. Dit kan een kind zijn dat teruggetrokken is, thuis wat vervelends heeft mee gemaakt of juist een kind dat impulsief reageert.

JoTi is een intensieve extra ondersteuning voor kinderen die sociaal-emotioneel wat zwakker zijn of sociaal-emotioneel al heel wat meegemaakt hebben. Het is een training voor kinderen binnen het reguliere basisonderwijs die het moeilijk vinden om met andere kinderen te spelen, enerzijds kinderen die verlegen of schuw gedrag vertonen, die onhandig zijn in de omgang met anderen. Die zich terug trekken en contacten uit de weg gaan. Anderzijds kunnen het kinderen zijn die anderen en zichzelf overschreeuwen. Kinderen die sociaal-emotioneel wat in de knoop zitten door situaties die ze hebben meegemaakt of onzekere kinderen die net dat extra steuntje in de rug kunnen gebruiken.
Tijdens deze training staan 4 emoties centraal: bang, boos, blij en verdrietig. Voor de jongere kinderen gaat het er vooral om deze gevoelens bij zichzelf te herkennen en hoe daar mee om te gaan. Voor de oudere kinderen  geldt dit ook maar bij hen gaat het er ook om hoe je die gevoelens bij anderen kan herkennen en hoe je daar mee om kan gaan (perspectief nemen). Tijdens de training worden hiervoor handvaten aangeboden. Er wordt gebruik gemaakt van verschillende ontwikkelingsgebieden zoals muziek, bewegen, interpersoonlijk, intrapersoonlijk en creativiteit.

 

Wij, Jose Laros en Tineke Wiegersma,  hebben de training ontwikkeld (vandaar de naam JoTi: Jose en Tineke) omdat we 6 jaar geleden voor deze leeftijdsgroep geen geschikte  andere training konden vinden. In bestaande trainingen misten we de verschillende werkvormen en het verwerken van je eigen gevoelens. Omdat de training gegeven wordt in een kleine veilige groep door trainers die bekend zijn bij ouders en kinderen levert het goede resultaten op. De vaardigheden die worden aangeleerd in de training kunnen worden geoefend in de eigen omgeving en op school, contacten met de leerkrachten en ouders kunnen worden onderhouden. Ook is het voor ouders een veilige kleine stap om hun kind hier aan mee te laten doen. De training die wij hebben opgezet is ontwikkelt in de praktijk en is heel praktisch van aard. Er zijn overlappingen met de methode met de sociaal emotionele methodes die voor alle kinderen op de basisschool gebruikt worden, zodoende worden de lessen ook in klas gebruikt en bestaat er een samenwerking. De joTi training is ook te gebruiken buiten de sociaal emotionele methodes. 

 

Doel van de training voor de 4-jarigen: kennen en herkennen van de basisgevoelens boos, bang, blij en verdrietig bij zichzelf en anderen. Bij de 5- en 6-jarigen: ook het kennen en herkennen van deze 4 basisgevoelens en tevens hoe ze ermee om kunnen gaan en hoe ze er invloed op uit kunnen oefenen. Ze verwerven kennis over emotionele en sociale vaardigheden om beter te kunnen handelen in verschillende situaties. Voor een aantal leerlingen kan het betekenen dat ze competenter worden in de sociale omgang met leeftijdsgenootjes. Voor anderen zal er mogelijk iets veranderen in het ervaren van spanningen,
Het gaat erom dat de kinderen steeds beter begrijpen wat ze in de bijeenkomsten hebben geleerd en vooral ook dat ze dit vervolgens toepassen in het leven van alledag.

JoTi programma en opbouw


Elke bijeenkomst bestaat uit een inleiding, kern, verwerking en afsluiting.
In de inleiding wordt even teruggegrepen op de vorige bijeenkomst en het doel van deze bijeenkomst besproken.
Tijdens de kern wordt het doel uitgewerkt en besproken zodat de kinderen weten wat er precies mee wordt bedoeld. Hierbij worden de kinderen d.m.v. plaatjes, poppen, verhalen en spelletjes gestimuleerd te praten over hun eigen emoties en van die van anderen.
Bij de verwerking worden de kinderen op een creatieve manier gestimuleerd hun emotie te uiten en te verwerken. Er wordt iets gemaakt wat mee naar huis genomen kan worden. Kinderen vinden het vaak fijn iets mee te kunnen nemen. Ook is het een hulpmiddel om thuis te vertellen wat je hebt gedaan zodat ouders er thuis nog op verder kunnen gaan.
Elke bijeenkomst wordt duidelijk afgesloten met een korte samenvatting en/of herhaling van de bijeenkomst.
Tevens wordt er een kalender bijgehouden: bij de eerste bijeenkomst krijgen alle kinderen een eigen kalender met 10 rondjes erop. Aan het einde van elke bijeenkomst mogen ze een stickertje plakken. Op die manier is voor hen duidelijk hoe veel bijeenkomsten ze nog krijgen en dat de bijeenkomst is afgelopen. Tevens is het een beloning voor het meedoen.

PROGRAMMA

Bijeenkomst 1 Wie ben ik?
Doel: Kinderen ervaren een vertrouwde en veilige situatie, waarin ze met elkaar kennis maken. Kinderen weten wat de bedoeling is van de bijeenkomsten en ze weten hoeveel keer ze bij elkaar komen.

Bijeenkomst 2 Wat is belangrijk voor mij?
Doel: Kinderen kunnen aangeven wie en wat belangrijk is voor hem/haar.

Bijeenkomst 3 Gevoelens, blij boos bang en verdrietig
Doel: Kinderen maken kennis met de gevoelens; blij, boos, bang en verdrietig.
Kinderen kunnen deze gevoelens uitbeelden en bij anderen herkennen. Tevens kunnen ze een situatie bij een gevoel plaatsen.

Bijeenkomst 4 Hoe voel ik mezelf?

Doel: Kinderen herkennen een gevoel bij zichzelf en kunnen dit aangeven. Kinderen kunnen een eigen situatie bedenken bij een gevoel.

Bijeenkomst 5  Blij
Doel: Kinderen kunnen situaties aangeven waar ze blij van worden. Ze zien herkenning en verschil bij anderen. Kinderen kunnen aangeven hoe je kan zien dat iemand blij is.

Bijeenkomst 6 Boos
Doel: Kinderen kunnen situaties aangeven waar ze boos van worden en hoe ze met hun boosheid omgaan. Tevens krijgen de kinderen handvatten hoe ze goed met hun boosheid om kunnen gaan.
Kinderen kunnen aangeven hoe je kan zien dat iemand boos is.    

Bijeenkomst 7 Verdrietig
Doel: Kinderen kunnen situaties aangeven waar ze verdrietig van worden en hoe ze met hun verdriet omgaan. Kinderen kunnen aangeven waar ze troost in vinden. Ook kunnen ze aangeven hoe je kunt zien dat iemand verdrietig is.

Bijeenkomst 8 Bang
Doelen: Kinderen weten situaties te benoemen die angst kunnen opleveren. Ze kunnen vertellen waar ze zelf bang van worden, wat je dan voelt en wat er met je gebeurt. Ook kunnen ze aangeven hoe je kunt zien dat iemand bang is.

Bijeenkomst 9 Complimenten geven
Doel: Kinderen kunnen laten zien of vertellen waar ze goed in zijn. Kinderen zeggen iets aardigs tegen een ander en weten dat je anderen daar blij mee kunt maken en zelf  ook blij van wordt.
Kinderen kunnen een gevoel aangeven bij een bepaalde situatie.


Bijeenkomst 10 Afsluiting
Doel: Kinderen herkennen de gevoelens die besproken zijn en kunnen de handvatten aangeven.
Gezellige afsluiting en de kinderen in de klas blij maken door ze met iets lekkers te verrassen.

bottom of page